De spelregels van padel uitgelegd

Padel is één van de snelst groeiende sporten ter wereld, en dat is niet zo gek. De sport is toegankelijk, snel te leren en vooral ontzettend leuk om samen te spelen. Toch zijn er specifieke regels die padel zo uniek maken en die het verschil creëren met bijvoorbeeld tennis of squash. In deze blog nemen we je mee door alle belangrijke spelregels van padel, zodat jij precies weet hoe het spel werkt en met zelfvertrouwen de baan op kunt.

Het speelveld: kleiner, dynamischer en met wanden

De padelbaan is rechthoekig en meet 10 bij 20 meter. Wat padel echt onderscheidt, zijn de glazen en metalen wanden rondom de baan. Deze zijn onderdeel van het spel: de bal blijft in het spel wanneer hij eerst stuitert en daarna een wand raakt. Hierdoor ontstaan langere rally’s, onverwachte effecten en extra dynamiek.

Padel wordt vrijwel altijd gespeeld in dubbels (2 tegen 2). Dat maakt het een sociale sport waarbij samenwerking net zo belangrijk is als techniek.

De service: altijd onderhands

Serveren bij padel gaat net even anders dan bij tennis.

• De service moet onderhands worden geslagen.

• De bal moet op of onder heuphoogte geraakt worden.

• Je serveert diagonaal in het servicevak van de tegenstander.

• Net als bij tennis krijg je twee kansen om de service goed te slaan.

• Raakt de bal het net maar landt hij wel correct in het servicevak? Dan heet dat een let-service en mag je opnieuw serveren.

Door de onderhands service is padel laagdrempelig: iedereen kan al snel een rally beginnen.

Puntentelling: net als bij tennis

De puntentelling van padel is identiek aan die van tennis: 15, 30, 40 en game.

• Een set win je door 6 games te halen met minimaal 2 games verschil.

• Bij 6-6 volgt meestal een tiebreak.

• Een wedstrijd wordt doorgaans gespeeld in een best-of-three sets format.

Dit herkenbare puntensysteem maakt padel voor veel spelers eenvoudig te volgen.

Het spelverloop: hoe een rally werkt

Tijdens een rally gelden er duidelijke spelregels:

• De bal moet altijd eerst de grond raken voordat hij de wand of het hekwerk raakt.

• Je mag de bal ook uit de lucht slaan, behalve bij de service.

• De bal is uit als hij:

  • direct tegen glas of hek gaat zonder eerst te stuiteren,

  • buiten de baan terechtkomt,

  • of het net of de tegenstander raakt.

• Je mag de bal via je eigen glaswand terugslaan, maar nooit via het hekwerk.

• De bal mag slechts één keer stuiteren voordat je hem terugslaat.

Dit zorgt voor snelle rally’s en veel verrassende momenten in het spel.

Wanneer verlies je een punt?

Een punt gaat naar je tegenstander in de volgende gevallen:

• Als je de bal twee keer raakt met je racket.

• Als je de bal slaat voordat hij jouw helft van de baan heeft geraakt.

• Als je de bal speelt terwijl je het net aanraakt.

• Als de bal meer dan één keer stuitert aan jouw kant.

• Als je de bal buiten de baan slaat zonder dat hij in het speelveld stuit.

Extra regels bij officiële wedstrijden

In recreatief spel gelden de basisregels, maar bij officiële toernooien zijn er nog aanvullende bepalingen:

• In sommige competities mag je de bal zelfs buiten de kooi terugslaan, zolang hij eerst in het speelveld stuit.

• Er gelden strikte regels voor de afmetingen van rackets en ballen, vastgesteld door de FIP (Internationale Padel Federatie).

Meer dan alleen regels

Met deze regels kun je een padelwedstrijd spelen, maar dat is nog maar het begin. Padel wordt pas écht leuk als je tactiek, slimme positionering en creatieve slagen toevoegt. Denk aan lobs, smashes en slimme dropshots waarmee je je tegenstander verrast.

Wil je meer leren dan alleen de spelregels? Bij Padel Parkstad bieden we lessen en clinics aan, waarin ervaren trainers je helpen je spel te verbeteren. Zo leer je niet alleen de regels, maar ook hoe je ze in je voordeel gebruikt.